Geselecteerde filters
Filters wissenWoonplaats
- Aerdenhout
- Almere (2)
- Assendelft (6)
- Beinsdorp
- Bennebroek
- Beverwijk
- Bloemendaal
- Castricum
- Cruquius
- Heemskerk
- Heemstede
- Hoofddorp
- IJmuiden
- Jisp
- Koog aan de Zaan (3)
- Krommenie (3)
- Limmen (1)
- Nieuw-Vennep (1)
- Overveen
- Purmerend
- Santpoort-Zuid
- Spaarndam
- Uitgeest
- Velsen-Noord
- Velsen-Zuid
- Velserbroek (1)
- Vijfhuizen
- Vogelenzang
- Westknollendam (1)
- Wijdewormer
- Wormer (1)
- Zaandam (9)
- Zandvoort
- Zwaanshoek
- Zwanenburg
Woonplaats
Projectfase
Koop of huur
Prijs
Huurprijs
Woonoppervlakte
Perceeloppervlakte
Nieuwbouw Gemeente Haarlem
Er zijn geen projecten gevonden met je zoekopdracht. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van nieuwe projecten in Gemeente Haarlem
Haarlem ( uitspraak (info / uitleg)) is een stad en gemeente in Nederland en de hoofdstad van de provincie Noord-Holland. De stad ligt aan de rivier het Spaarne en in de regio Kennemerland.
Haarlem behoort tot de middelgrote steden in de Randstad. Tot de gemeente Haarlem behoren de stad Haarlem en het westelijke deel van het dorp Spaarndam. De gemeente telt 158.305 inwoners[1] en is daarmee na Amsterdam de tweede grootste stad van Noord-Holland en de twaalfde gemeente van Nederland. De grootstedelijke agglomeratie Haarlem (Haarlem, Heemstede en Bloemendaal) telt omstreeks 200.000 inwoners[2] en het stadsgewest Haarlem (Zuid-Kennemerland en IJmond) ruim 400.000 inwoners.[3]
Haarlem wordt voor het eerst genoemd in een document uit de 10e eeuw. In 1245 kreeg het stadsrechten van Willem II van Holland. Aan het eind van de middeleeuwen was Haarlem een van de belangrijkste steden van Holland geworden. In de Vroegmoderne Tijd ontwikkelde de stad zich op industrieel gebied als textielstad en op cultureel gebied als schildersstad.
De plaatsnaam Haarlem is waarschijnlijk een verbastering van Haarloheim. Het in het Nederlands verouderde heim hangt samen met heem, dat "woonplaats" betekent. De naam als geheel betekent waarschijnlijk "woonplaats gelegen op een hoge zandgrond (haar) in het bos (lo)". Of dit de precieze oorsprong is van de naam, is echter niet helemaal duidelijk. Dit komt doordat het woord haar destijds veel verschillende betekenissen had.[4]
De naam Haralem werd aan het begin van de 10e eeuw voor het eerst op papier gezet door een geestelijke van de Sint Maartenskerk te Utrecht, die een inventarisatie moest maken van alle kerkelijke bezittingen. Op deze lijst wordt de plaats Haralem met drie boerderijen genoemd.[5]
De ligging aan de rivier het Spaarne heeft de stad de bijnaam Spaarnestad opgeleverd. Een inwoner van de stad is een Haarlemmer, maar wordt schertsend ook wel mug genoemd. De herkomst hiervan is niet helemaal bekend, maar al in de 14e of 15e eeuw werd 'mug' gebruikt als scheldwoord.[6] Een logische verklaring ligt in het feit dat er vroeger veel muggen in Haarlem waren. Als alternatieve verklaringen worden het muggenziften van de Haarlemmers en een sage over een heks die de inwoners van de stad dreigde te veranderen in muggen als ze niet naar haar zouden luisteren genoemd.
In de Vroegmoderne Tijd stond Haarlem bekend als de schildersstad. Dankzij zijn ligging in het noorden van de Bollenstreek heeft de stad tegenwoordig ook de reputatie de Bloemenstad te zijn. Tijdens het carnaval heet de stad Muggendonk.
In 1658 stichtte Peter Stuyvesant Nieuw Haarlem aan de oostkust van de Verenigde Staten. In 1664 namen de Engelsen de kolonie over en doopten de plaats om tot Harlem. Harlem, dat in het noorden van de borough Manhattan ligt, maakt nu deel uit van de stad New York.
In de 10e eeuw komt Haarlem voor het eerst voor in literaire bronnen. In de bron wordt de plaats vermeld onder de naam 'Haralem'. Uit archeologisch onderzoek blijkt dat er 1500 jaar voor onze jaartelling al sprake was van bewoning in de omgeving van het Spaarne. De plaats ontstond als geestnederzetting op een strandwal, waarover een landweg liep die het noorden van Holland met het zuiden verbond. De stad werd de zetel van de graven van Holland en in 1245 verleende Graaf Willem II Haarlem stadsrechten. Door de gunstige ligging aan het Spaarne en door de hierboven genoemde verbindingsweg kon de stad zich snel ontwikkelen. De economie van de stad draaide in de 13e en 14e eeuw vooral op het brouwen van bier, scheepsbouw en lakennijverheid. In de 15e eeuw liep de economie terug. Dit was mede te wijten aan de onlusten in die periode in Holland en West-Friesland.
In 1572 koos Haarlem in de Tachtigjarige Oorlog partij voor de opstandelingen van Willem van Oranje en tegen de Spaanse koning. Aan het eind van dat jaar begon, onder leiding van Don Fadrique Álvarez de Toledo, de belegering van de stad door de Spanjaarden en in juni 1573 gaf de stad zich over, na vrijwel uitgehongerd te zijn. 700 verdedigers werden onthoofd. Drie jaar later werd Haarlem geteisterd door een grote stadsbrand. In 1577 vertrokken de Spanjaarden en kwam de stad weer aan de zijde van Willem van Oranje.
Haarlem had als katholieke stad zwaar te lijden onder de reformatie. In het Akkoord van Veere, dat in datzelfde jaar werd gesloten, werden de gelijke rechten tussen katholieken en protestanten vastgesteld. Daarmee was Haarlem de enige Hollandse stad waar in die tijd godsdienstvrede was.[7] In juni 1578 bestormden protestanten de toen nog katholieke Grote Kerk op de Grote Markt. Ze plunderden de kerk en doodden de priester. Ook de kloosters werden daarna geplunderd en deels vernield, bedoeld als opstand.
In 1581 werd het Akkoord van Veere beëindigd. Vanaf die tijd was in Haarlem nog maar één godsdienst toegestaan: de gereformeerde. Het katholieke leven ging ondergronds: in schuilkerken, zoals de Oud Katholieke Kerk van St. Anna en Maria aan de Bakenessergracht, bleven de katholieken in het geheim bijeenkomen.
Nadat de rust was teruggekeerd zagen veel Vlamingen en Fransen hun kans en trokken naar Haarlem. Zij bezorgden de Haarlemse linnennijverheid een nieuwe bloeiperiode. De schilder Frans Hals was een zoon van een van deze Vlaamse immigranten.
De stad kende na 1577 een periode van enorme bloei. Het aantal inwoners groeide binnen 50 jaar van 18.000 naar 40.000, wat Haarlem tot een van de grootste steden van Holland maakte. De economische bloei was vooral te danken aan de textielnijverheid. In 1631 werd begonnen met de aanleg van een trekvaart tussen Haarlem en Amsterdam en in 1657 werd er een trekvaart gegraven tussen Haarlem en Leiden. Aan het einde van de 17e eeuw was het inwonertal van de stad gegroeid tot 55.000.
Na 1680 ging het zowel in Leiden als in Haarlem slecht met de textielnijverheid. Het aantal inwoners van Haarlem daalde in 1815 tot onder de 20.000.
In 1839 reed op de spoorlijn Amsterdam - Haarlem de eerste trein in Nederland. In 1843 werd deze spoorverbinding verlengd tot Leiden. De Oude Lijn, zoals deze werd genoemd, en de andere spoorlijnen in de omgeving van Haarlem werden geëxploiteerd door de HSM. Alle breedspoorlijnen waren tegen 1866 omgebouwd naar normaalspoor. Het oorspronkelijke station van Haarlem was gelegen op de plaats van het huidige revisiebedrijf van NedTrain.
Naast de spoorwegverbindingen kreeg de stad ook een tramnetwerk in zowel normaalspoor als meterspoor. Op 28 mei 1878 werd de eerste paardentramlijn tussen station Haarlem en de Dreef geopend door de Haarlemsche Tramway-Maatschappij.[8] In 1913 werd deze lijn geëlektrificeerd en verlengd. Haarlem kreeg ook interlokale stoomtramlijnen naar Leiden en Alkmaar en een elektrische tramlijn Amsterdam - Haarlem - Zandvoort. Alle betrokken tramwegmaatschappijen fuseerden uiteindelijk in de NZHTM (later NZHVM), die reed met de bekende Blauwe Trams. In 1957 verdween de laatste tramlijn.
In 1853 werd het bisdom Haarlem gesticht en tussen 1895 en 1930 werd aan de toenmalige rand van de stad een nieuwe kathedraal gebouwd. Pas in de tweede helft van de 19e eeuw begon de economie van de stad weer op te krabbelen. Er ontstonden nieuwe industrieën, waaronder de rijtuigen- en spoorwagenfabriek Beijnes, de machinefabriek van Figee en de drukkerij van Joh. Enschedé. Ook werd in deze tijd de verdedigingswerken van de stad neergehaald om plaats te maken voor stadsuitbreidingen.
Op 1 mei 1927 werd de gemeente Schoten een deel van Haarlem. Ook werden delen van andere omliggende gemeenten geannexeerd. In de jaren 30 leed ook Haarlem onder de slechte economie en na de Tweede Wereldoorlog verdwenen de grote industriële bedrijven uit de stad. Haarlem werd een stad van diensten, scholen en overheidsinstellingen.
In en na 2000 is in Haarlem een aantal grootschalige bouwprojecten gestart, zoals het project van de Mariastichting, het nieuwbouwplan Raaks en het masterplan Spoorzone.
Haarlem ligt in de noordvleugel van de Randstad. De gemeente grenst met de klok mee aan de gemeenten Velsen, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemstede en Bloemendaal. Oostwaarts liggen Amsterdam (19 km) en Schiphol (13 km). De havens van IJmuiden liggen 10 km naar het noorden en de Noordzeekust ligt ongeveer 7 km naar het westen.
Haarlem heeft een belangrijke regionale functie. Het primaire verzorgingsgebied bestaat uit het noordelijke deel van de Zuid-Hollandse Bollenstreek, met in het bijzonder de gemeenten Hillegom, Zuid-Kennemerland, IJmond en een deel van de Haarlemmermeer. De stad is bisschopszetel van het Bisdom Haarlem-Amsterdam. De agglomeratie Haarlem maakt op haar beurt weer deel uit van een grotere agglomeratie, de Metropoolregio Amsterdam. Deze regio beslaat een groot deel van de noordvleugel van de Randstad en heeft meer dan 2 miljoen inwoners.
Het Spaarne is de belangrijkste rivier die door Haarlem heen stroomt. Aan het Spaarne staan veel oude loodsen, de Droste-fabriek en andere historische panden. De rivier wordt vooral in de zomermaanden veel gebruikt door pleziervaart. Ook de Mooie Nel aan de noordoostkant van de stad biedt een groot open vaarwater. Vanaf het Spaarne is via Spaarndam het Noordzeekanaal bereikbaar en via de Ringvaart zijn de plassen van Zuid-Holland te bereiken. De grachten en singels in en rondom de binnenstad zijn bereikbaar voor boten met een geringe doorvaarthoogte.
Het centrum van Haarlem, Haarlem-Noord en het Haarlemmerhoutkwartier liggen op een oude, afgegraven strandwal ten westen van de rivier het Spaarne. Op deze strandwal liggen ook de dorpen Heemstede en Bennebroek. De westelijke wijken van de stad liggen in de laagveenvlakte tussen deze strandwal en de oude duinen waarop o.a. de dorpen Aerdenhout, Overveen, Bloemendaal en Santpoort liggen. Ten westen van deze dorpen liggen de jonge, vooral onbebouwde duinen. De wijken Haarlem-Oost en Schalkwijk, die ten oosten van het Spaarne liggen, zijn gebouwd op laagveenafzettingen. Ten noorden van Haarlem liggen de zeekleipolders van het voormalige IJ. Ten oosten van Haarlem ligt de droogmakerij de Haarlemmermeer.
Ten noorden en ten oosten van Haarlem liggen grote weidegebieden die een groene buffer vormen tussen de stad en Amsterdam. De Haarlemmermeer ten zuidoosten van de stad herbergt veelal akkerland. Ten zuidwesten van Haarlem liggen bosgebieden en tuinbouwgronden waaronder veel bollenvelden. Tussen Haarlem en Leiden ligt namelijk de Bollenstreek, waar in de lente vele tulpen, narcissen en hyacinten in bloei staan. Het gebied ten westen van de stad bestaat uit bossen en duinen.
Van de totale oppervlakte van Haarlem, 32,12 km², bestaat 91,3% (29,32 km²) uit land en 8,7% (2,8 km²) uit water. 53% (17,02 km²) van de grond is, anno 2003, bebouwd.[9]
De gemeente Haarlem is opgedeeld in 5 stadsdelen, 9 wijken en 40 buurten.[10]
Het stadscentrum van Haarlem, 12.000 inwoners, bestaat uit de historische binnenstad en de buurt tussen het station en de Nieuwe Gracht. De historische binnenstad, die omringd is door grachten en singels, wordt gekenmerkt door vele oude straatjes en monumenten. In het hart van de binnenstad ligt de Grote Markt waaraan enkele bijzondere historische gebouwen staan waaronder het stadhuis, de Vleeshal en de Grote of St. Bavokerk. De skyline van de binnenstad wordt gedomineerd door deze enorme kerk met zijn bijna 80 meter hoge toren. Veel bekende musici onder wie Mozart hebben op het wereldberoemde Müllerorgel in de kerk gespeeld. De derde versie van het eerste Nederlandse vliegtuig, de Spin 3 van Anthony Fokker, vloog op een vlucht boven de Haarlemse binnenstad en rond de St. Bavokerk ter gelegenheid van Koninginnedag in 1911.[11] Op de Grote Markt is twee keer per week markt en door het jaar heen vinden er verschillende evenementen plaats waaronder de jaarlijkse kermis. Vanaf de Grote Markt lopen in drie richtingen belangrijke winkelstraten namelijk de Grote Houtstraat, de Barteljorisstraat en de Zijlstraat. In het historisch centrum bevindt zich een aantal kleine karakteristieke winkelstraatjes, zoals de Warmoesstraat, de Schagchelstraat en de Kleine Houtstraat. De rivier het Spaarne scheidt de binnenstad in twee delen. Ten westen van de rivier ligt het grootste deel van de binnenstad. Ten oosten het deel dat ook wel de Spaarnwouderbuurt wordt genoemd. In dit deel is onder andere de enige overgebleven stadspoort van Haarlem te vinden de Spaarnwouder- of Amsterdamse Poort. Ook bevinden zich hier de molen De Adriaan en Koepelgevangenis. Beide oevers van het Spaarne worden met elkaar verbonden door drie monumentale draaibruggen, de Catharijnebrug en de Melkbrug en twee ophaalbruggen waaronder de Gravestenenbrug, en een moderne ophaalbrug. Deze brug die in de volksmond de 'Verfroller' wordt genoemd, heet officieel de Lange Brug. Ook was er vroeger een brug tussen de Houtmarkt en de Koudehorn maar deze is echter verdwenen. Er zijn wel plannen om deze brug weer terug te brengen.
Veel van de gebouwen in de binnenstad stammen uit de 16e, 17e, 18e en 19e eeuw. Er is echter ook veel moderne architectuur te vinden, zoals de Toneelschuur en de nieuwbouw rond de Appelaar. De buurt die tussen de Nieuwe Gracht en het station, de Stationbuurt, werd gebouwd in de tweede helft 19e eeuw. Langs de Nieuwe Gracht staan veel grote patriciërswoningen. In de jaren 60 en 70 van de 19e eeuw kwamen de villa’s aan het Kenaupark en het Ripperdapark en op de Bolwerken tot stand. Het ontwerp van deze villaparken is van de hand van de Haarlemse (tuin)architect Louis Paul Zocher. In 1908 kwam het nieuwe station aan het Stationsplein tot stand. De architectuur van het stationsgebouw is in Jugendstil, het station is een ontwerp van Dirk Margadant.
Kaart van het oude centrum van Haarlem, met bezienswaardigheden.
Dit stadsdeel, dat bestaat uit de wijken ten zuiden en ten westen van de Haarlemse binnenstad heeft ongeveer 32.000 inwoners. Ten zuiden van het centrum ligt de Haarlemmerhout. Aan dit stadspark ligt het 18e-eeuwse neoclassicistische Paviljoen Welgelegen, dat thans deel uitmaakt van het provinciehuis van Noord-Holland. Welgelegen werd gebouwd door bankier Henry Hope en werd tijdens de Franse tijd bewoond door Lodewijk Napoleon. Rondom het park liggen de Koninginnebuurt en Den Hout, de duurste buurten van de stad. Veel van de vroeg-20e-eeuwse villa’s zijn nu in gebruik als kantoorpand. Ingeklemd tussen het centrum, het Spaarne en de Haarlemmerhout ligt het Rozenprieel, een laat-19e-eeuwse arbeidersbuurt. Veel van de oude woningen in de buurt zijn gedurende de laatste decennia gesloopt en vervangen door nieuwbouw. In 2010 is de bouw van een groot aantal nieuwbouw appartementen afgerond, deze zijn gebouwd op het terrein waar vroeger de Mariastichting zich bevond. De hoge flat die midden in die nieuwbouw staat is een opvallende verschijning en is van grote afstand te zien.
Ten westen van het centrum ligt een andere laat-19e-eeuwse arbeiderswijk, de Leidsebuurt. In deze buurt, die tussen de Leidsevaart en de spoorbaan naar Leiden in ligt, staan nog een groot deel van de oorspronkelijke bebouwing overeind. Ten zuiden van deze buurt werd eind 19e eeuw begonnen met de bouw van de Kathedraal St. Bavo. Ten westen van de spoorbaan ligt het uit 1927 daterende openluchtzwembad De Houtvaart. Tijdens de Olympische Zomerspelen van 1928 die in Amsterdam werden gehouden, trainde hier de Amerikaanse zwemploeg. Aan de westrand van Haarlem het aan de duinen grenzende Westelijk Tuinbouwgebied een van de weinige landbouwgronden binnen de gemeente. De Westelijke Randweg vormt een scheiding tussen stad en land. Midden in dit tuinbouwgebied ligt het tuindorp Ramplaankwartier. In het zuidwestelijkste puntje van Haarlem staat Haarlem-Hoog, een van de eerste en hoogste flatgebouwen van de stad. Het is een van de weinige flats in dit stadsdeel dat vooral wordt gedomineerd door eengezinswoningen.
In dit oostelijke stadsdeel met ruim 20.000 inwoners bevinden zich een aantal arbeidersbuurten. Ze zijn gebouwd tijdens de eerste helft van de 20e eeuw. In dit deel van de stad bevindt zich het voormalige slachthuis te Slachthuisbuurt, deze buurt heeft zijn naam hieraan ook te danken. Hier werden vroeger dieren geslacht, waarvan het vlees naar de Vleeshal op de Grote Markt werd gebracht. Nu staat het gebouw leeg en is het een groot vraagteken voor de gemeente want het blijft een monument. Rond 1960 is ten oosten van de arbeidersbuurten Parkwijk gebouwd, een buurt die wordt gekenmerkt door flats en rijtjeshuizen. Ook het Reinaldapark is er gelegen, waar Parkwijk zijn naam aan heeft te danken. De buurt wordt opgeknapt met het Huis van Hendrik, de Haarlemse School (reeds voltooid). De Groene Linten zijn het laatste schakelstuk in de vernieuwing en ligt direct naasr het vernieuwde stadspark. De laatste grote uitbreiding vormde de buurt Zuiderpolder, die gebouwd is in de jaren 80 van de 20e eeuw. hier vond experimentele woningbouw plaats voorbeelden hiervan zijn de Scheve Flat, De roze huizen, een ronde Basisschool en de U-vormige portiekflat aan de Charta77vaart. deze twee na-oorlogse buurten worden gescheiden door een fietspad waar voorheen de [Haarlemmermeerlijn] liep. Op de grens van Haarlem-Oost en het centrum bevindt zich de karakteristieke Koepelgevangenis, evenals de Molen de Adriaan en de Scheepmakersdijk. Ook staat de enige overgebleven stadspoort in dit stadsdeel, namelijk de Amsterdamsepoort. Deze ligt aan het einde van de (gedempte) Amsterdamsevaart. Ook zijn de Oostvest, Papentorenvest en het laatste stuk van de Herensingel gedempt om plaats te maken voor het verkeer.
Ten noorden van de Amsterdamse Vaart ligt het industriegebied Waarderpolder. Dit gebied huisvest veelal detail- en groothandelsbedrijven, bedrijven uit de bouwnijverheid en lichte industrie. langs de Oudeweg ligt de enige woonwijk in de Waarderpolder namelijk de Sporheldenbuurt deze grenst tot aan de oostover van het Spaarne en in het oosten tot na de bebouwing aan de Wim van Eststraat. in deze buurt ligt ook de voormalige Drostefabriek deze is in vervalling geraakt en omgebouwd tot woningen. Langs het Spaarne, liggen er nog meer veelal oude monumentale fabrieksgebouwen en loodsen. Voorbeelden hiervan zijn het vroegere terrein van Energiebedrijf Haarlem hier worden de oude monumentale panden behouden en flink opgeknapt, ook worden er nieuwe kantoorgebouwen bijgebouwd, dit project wordt Nieuwe Energie genoemd naar zijn voormalige functie. een voorbeeld van een succesvol gerenoveerd pand is de Lichtfabriek waar het hele jaar door grote feesten worden gegeven. Een stukje verder ligt de enorme bedrijfshal van Figee, die thans is verbouwd tot een bedrijfsgebouw met bedrijfsruimten en lofts. Aan de oostkant van de Waarderpolder bevindt zich het hoogste bouwwerk van Haarlem de 149 meter hoge KPN Toren.
Dit stadsdeel met ruim 51.000 inwoners behoorde tot 1927 voor het grootste gedeelte tot de gemeente Schoten. Het gebied net ten noorden van het station was al in 1884 geannexeerd. Hier verrezen in rap tempo de Frans Halsbuurt en Kleverparkbuurt. In 1882 werd begonnen met de bouw van de Ripperdakazerne. Na de annexatie van Schoten is de voormalige gemeente binnen 25 jaar bijna helemaal volgebouwd. Er staan veelal eengezinswoningen uit de jaren 30, 40 en 50 van de 20e eeuw. Hier zijn ook de stadskweektuinen bij Huis ter Kleef, de drie grote begraafplaatsen en Huis te Zaanen te vinden. In Haarlem-Noord bevinden zich enkele belangrijke sportaccommodaties. Voetbalclub HFC Haarlem had er zijn stadion en ook Hockeyclub Haarlem, de honk- en softbalclub Sparks Haarlem en honkbalclub Kinheim zijn er gevestigd. Aan de westrand van het stadsdeel liggen het Pim Mulierstadion en de deels overkapte kunstijsbaan. In Haarlem-Noord bevindt zich tevens de kleinste dierentuin van Nederland: Artisklas Haarlem.[12]
In 1963 werd Schalkwijk, dat tot die tijd een deel was van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, geannexeerd door Haarlem. Het stadsdeel heeft ongeveer 31.000 inwoners. De in het zuidoosten van de gemeente gelegen wijk werd gedurende de jaren 60, 70 en 80 volgebouwd. In de wijk staan veel hoge galerijflats, lage portiekflats en sobere seriebebouwing. Schalkwijk wordt ook gekenmerkt door het vele groen dat de flatgebouwen omringt en het goede doorgaande wegennet. Midden in Schalkwijk ligt een groot winkelcentrum met meer dan 125 winkels. Schalkwijk wordt aan drie kanten omringd door water. Ten westen van het stadsdeel ligt het Spaarne, ten zuiden de Molenplas en de Meerwijkplas en de oosten ligt de Ringvaart. Aan de noordrand langs de Schipholweg ligt de locatie van één van Haarlems laatste grote stadsuitbreidingen: De Entree van Haarlem.
De oude kern van de stad, de Haarlemmerhout en het gebied tussen de Hout en de binnenstad zijn op 5 december 1990 aangewezen als beschermd stadsgezicht. Zo wil men de historische stedenbouwkundige structuur en het historisch stadsbeeld zo goed mogelijk beschermen. Het gaat dus niet alleen om al de monumenten die de stad rijk is, maar om het totaalbeeld dat wordt gevormd door gebouwen, straten, pleinen, grachten en bruggen. Het dorp Spaarndam heeft al sinds 1971 de status beschermd dorpsgezicht.
Komende jaren zal het beschermd stadsgezicht worden uitgebreid met enkele buurten in de stadsdelen Noord en Zuid-West, waaronder Patrimoniumbuurt, Kleverpark, Bomenbuurt, Koninginnebuurt en Den Hout.
Het beschermd stadsgezicht omvat de delen centrum, zuid, zuidwest en noord.
In Haarlem bevinden zich verscheidene parken en recreatiegebieden. Hiervan is de Haarlemmerhout toch de bekendste. De Haarlemmerhout is een stadsbos aan de rand van Haarlem. Het bos bestaat al sinds het begin van onze jaartelling. Vooral in de Gouden Eeuw gold dit bos als trekpleister voor rijke mensen die hier en vlak bij het Spaarne wilden wonen. Paviljoen Welgelegen is te vinden in dit park.
Het Kenaupark, ontworpen in 1865, is het op één na bekendste park in Haarlem. De naam heeft het te danken aan Kenau Simonsdochter Hasselaer, die leefde van 1526 tot 1588 of 1589. Zij speelde een grote rol tijdens het Beleg van Haarlem.
Andere parken in Haarlem zijn onder andere het Frederikspark, Ripperdapark, De Bolwerken, Burgemeester Reinaldapark, het Molenplaspark en het Schoterbos.
In de omgeving zijn nog meer natuurgebieden en parken te vinden. Het grootste is het Nationaal Park Zuid-Kennemerland in Velsen, Bloemendaal en Zandvoort. Recreatiegebied Spaarnwoude is te vinden in Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Het Haarlemmermeerse Bos bevindt zich nabij Hoofddorp in de gemeente Haarlemmermeer.
Haarlem heeft per 1 april 2016 158.305 inwoners en is daarmee, na Amsterdam, naar inwonertal de tweede stad van Noord-Holland. In Nederland is Haarlem naar inwonertal de twaalfde gemeente. Aangezien de grenzen van de stad en de gemeente gelijk lopen, scoort Haarlem als enkel naar de stedelijke kernen wordt gekeken nog hoger: het is naar inwonertal de tiende stad van Nederland.
In de jaren 70 werd een trend van negatieve bevolkingsgroei ingezet, die pas recent weer is gestopt. Na een dieptepunt van 146.739 inwoners in 2004, was het inwonertal in 2008 weer gestegen tot boven de 148.200.[9]
Met een bevolkingsdichtheid van 5.036 inwoners per km² land - voor Nederland in zijn geheel is de bevolkingsdichtheid 486 inwoners per km² - is Haarlem een van de dichtstbevolkte steden van het land. De omgevingsadressendichtheid, een andere indicator voor de stedelijkheid, bedroeg in 2006 3.130.
Van de bijna 150.000 Haarlemmers is 21,7 procent 19 jaar of jonger, oftewel 32.131 inwoners. De groep van 20- tot en met 44-jarigen telt 54.224 mensen en vormt daarmee 36,6 procent van de totale bevolking; dat percentage ligt boven het Nederlandse gemiddelde van 34,0 procent. 39.222 Haarlemmers (26,5%) vallen binnen de categorie van de 45- tot en met 64-jarigen en 22.624 (15,3%) van de inwoners is 65 jaar of ouder.[13]
Op 1 januari 2009 telde Haarlem 148.201 inwoners, van wie 72.027 mannen (48,6%) en 76.174 vrouwen (51,4%).[13] Per 1 januari 2008 waren er 71.749 huishoudens, met een gemiddelde grootte van 2,05 persoon; 21,8% van de totale bevolking wordt gevormd door eenpersoonshuishoudens.[13]
24% van de bevolking is allochtoon, tegenover 20% in heel Nederland.[14] In de buurten Parkwijk, Boerhaavewijk en Meerwijk is meer dan 40% van de bevolking van buitenlandse afkomst.[13]
In de jaren 20 van de 20e eeuw groeide het Haarlemse bevolkingscijfer voorbij de grens van 100.000 inwoners. In 1967 bereikte Haarlem het hoogste aantal inwoners: 173.133. Daarna was er gedurende enkele decennia sprake van een bevolkingsdaling, doordat er steeds meer bedrijvigheid uit de stad vertrok en er dus minder werk was. In 1994 zakte het inwonertal onder de 150.000, waarna de bevolkingsdaling stagneerde. Sinds 2010 is er weer een toename van het aantal inwoners te zien tot bijna 160.000 in 2015.
Haarlem fungeert sinds eind jaren 90 als 'overloop' van Amsterdam. Omdat in Amsterdam de huizen schaars en duur zijn, kozen steeds meer voormalige Amsterdammers voor Haarlem. De huizenprijzen in Haarlem zijn daardoor gestegen.
In de onderstaande grafiek is de ontwikkeling van het bevolkingsaantal van Haarlem weergegeven.[9][15][16]
Volgens het Permanent Onderzoek Leefsituatie (POLS) van het (CBS) uit 2001–2003 was in deze periode bijna twee derde van de bevolking van de agglomeratie Haarlem - 64,4% - niet kerkelijk gezind. 18,2% van de bevolking is rooms-katholiek, 6,3% Nederlands Hervormd, 2,8% gereformeerd en 6,4% islamitisch.[17]
De heilige Bavo is de beschermheilige van de stad. De verering van Sint Bavo is overgenomen uit Gent, een stad die vanwege de lakenindustrie goede banden onderhield met Haarlem.[18]
Haarlem is sinds 1853 de zetel van het rooms-katholieke bisdom Haarlem, dat sinds 1 januari 2009 de naam bisdom Haarlem-Amsterdam draagt.[19] De kathedraal van het bisdom is de Kathedrale Basiliek Sint Bavo aan de Leidsevaart. Voor de bouw van de Basiliek Sint Bavo was de zetel van het bisdom Haarlem gevestigd in het Bisdommelijk of Bisschoppelijk Paleis aan de Nieuwe Gracht 80 te Haarlem, het pand doet nog steeds dienst als bisschopshuis. Zie ook de lijst van kerken in Haarlem.
Het stadsdialect van Haarlem is het Haarlems, een Zuid-Hollands dialect dat echter ook kenmerken deelt met het Amsterdams. In het verleden sloot het Haarlems redelijk aan bij het Kennemerlands. Door dialectverandering is daar nu niets speciaals meer van te merken. De Haarlemse fonologie wordt gekenmerkt door een stemloze articulatie van fricatieven die in de standaardtaal stemhebbend zijn (v, z, g > f, s, ch), de relatief gesloten uitspraak van de korte e (dat wil zeggen: pet gaat de richting op van pit) en de gepalataliseerde realisatie van de d, t en n.
Haarlem heeft de reputatie dat er het "zuiverste" Nederlands wordt gesproken.[20] Hoewel het dialect van de plaats inderdaad niet veel van het Standaardnederlands afwijkt, is het niet zo dat men naar Haarlem moet afreizen om juist daar het zuivere Nederlands te horen. De reputatie heeft de stad waarschijnlijk te danken aan (de Haarlemmer!) Johan Winkler, die in de 19e eeuw in zijn Dialecticon schreef dat de plaatselijke volkstaal veel leek op het "modern Hollandsch" en dat dit moderne Nederlands al door de helft van de Haarlemse bevolking werd gesproken.[21]
Haarlem is de provinciehoofdstad van Noord-Holland. Waarvan het provinciehuis, het Paviljoen Welgelegen nabij de Haarlemmerhout bevindt
De gemeenteraad van Haarlem bestaat uit 39 leden en wordt sinds 4 juli 2006 voorgezeten door de huidige burgemeester, Bernt Schneiders. De raad telt 11 verschillende fracties.
De stad wordt bestuurd door het college van burgemeester en wethouders, dat voor de periode 2014-2018 bestaat uit de burgemeester en vijf wethouders uit de coalitiepartijen D66, PvdA, GroenLinks en CDA. De vier partijen bezitten samen 23 van de 39 zetels in de raad. De burgemeester van Haarlem is Bernt Schneiders van de Partij van de Arbeid. Schneiders is sinds het aantreden van Jan Reehorst in 1977 al de vierde PvdA-burgemeester voor de stad op rij.
Het College van B&W bestaat uit de volgende zes personen:
De uitslag (in procenten) en zetelverdeling van de gemeenteraadsverkiezingen vanaf 1990:[9]
Haarlem heeft samenwerkingsverbanden met meerdere steden. Er zijn stedenbanden met twee steden:[23]
Daarnaast heeft de stad twee partnersteden:[23]
Haarlem heeft samen met Emirdağ gewerkt aan een project genaamd "Towards a New Waste Management Policy",[25] dat draait om een afvalbeleid. Nu wordt er gewerkt aan werkafspraken en een totstandkoming van een afvalverwerkingsplan. Emirdağ heeft aangegeven verder te willen werken met Haarlem.[25] Dit allemaal wordt gedaan met het doel om integratie en uitwisseling op de terreinen van cultuur, onderwijs, gezondheid en ouderenzorg tussen Haarlem en Emirdağ te bevorderen.
En er is ook een samenwerkingsband uit particulier initiatief met de regio rondom Rivas in Nicaragua sinds 1986.[26]
Het wapen van Haarlem bestaat uit een rood veld met daarin een zwaard met daarboven een kruis. Het zwaard wordt geflankeerd door vier sterren. De sterren duiden op de verbondenheid van de stad met de zee. Het zwaard zou zijn toegevoegd door keizer Frederik II uit dank voor de verovering van Damiate in 1219. De patriarch van Jeruzalem zou uit dank het kruis hebben toegevoegd. Het rode veld met het zwaard, de vier sterren en het kruis geldt ook als de vlag van de stad.
De wapenspreuk van Haarlem is Vicit vim virtus, Latijn voor Dapperheid heeft geweld overwonnen.
De handhaving van de openbare orde en veiligheid wordt in Haarlem uitgevoerd door politie Noord-Holland district Kennemerland, team Haarlem. Burgemeester Bernt Schneiders van Haarlem is aangesteld als korpsbeheerder. Het hoofdbureau van de politie Kennemerland bevindt zich aan de Koudenhorn 2 te Haarlem. Bij het politiedistrict Kennemerland werken ongeveer 1600 personen.
De gemeente Haarlem heeft ook een eigen dienst Handhaving openbare omgeving die zich bezighoudt met toezicht en handhaving in het publieke domein. De dienst is een samenvoeging van de voormalige parkeerpolitie en milieupolitie. De geüniformeerde gemeenteambtenaren richten zich op zaken als parkeercontrole, overtredingen van rijdend en stilstaand verkeer, milieucontrole, overlast door jeugd en daklozen, en algemeen toezicht. De handhavers zijn buitengewoon opsporingsambtenaar en gerechtigd bekeuringen uit te schrijven, proces-verbaal op te maken en geweld en handboeien te gebruiken. Burgers zijn verplicht gehoor te geven aan de wettige bevelen die een gemeenteambtenaar van deze dienst geeft. Bij Handhaving openbare omgeving werken ongeveer 60 personen.
Haarlem is de zesde monumentenstad van Nederland. De stad telt 1149 rijksmonumenten. Daarnaast telt de stad zo’n 1238 gemeentelijke monumenten. Bovendien is de historische binnenstad aangewezen als beschermd stadsgezicht. In de binnenstad staan dan ook de meeste van de monumenten, zoals de Grote of Sint-Bavokerk, het Stadhuis en de Vleeshal. De stad kent echter ook een aantal toonaangevende moderne bouwwerken, zoals de Toneelschuur, het Patronaat, de nieuwbouw van de Stadsschouwburg en het kantoor van de ING Bank aan de Wilhelminastraat.
De Grote Markt ligt centraal in de oude binnenstad van Haarlem en wordt gedomineerd door de Sint-Bavokerk. Aan de westzijde bevindt zich het stadhuis, een rechthoekig gebouw met kantelen en een toren. Op de plaats waar het stadhuis is gebouwd stond vroeger een jachtslot van de Graven van Holland. De Hoofdwacht, eveneens gelegen aan de Grote Markt, is gebouwd in de 13e eeuw en daarmee een van de oudste monumenten in de stad. De Vleeshal en Vishal zijn twee gebouwen waarin vroeger, zoals de naam al zegt, vlees en vis werden verkocht. Naast de Vleeshal ligt de Verweyhal, in de 19e eeuw gebouwd als herensociëteit. Andere bekende straten in de stad zijn de Botermarkt, Nieuwe Gracht, Gedempte Oude Gracht en de Jansstraat. De Barteljorisstraat, de Grote Houtstraat en de Zijlweg komen voor in het bordspel Monopoly.
Van de kerken in Haarlem zijn de Grote of Sint-Bavokerk, gebouwd tussen 1370 en 1520 en de Kathedrale Basiliek Sint Bavo, gebouwd in 1930, de bekendste twee. Aangezien beide kerken de heiligennaam 'Bavo' dragen, worden ze ook wel Oude en Nieuwe Baaf genoemd. In de Sint-Bavokerk klinken elke avond tussen negen en half tien de Damiaatjes, ter herinnering aan de verovering van de Egyptische stad Damietta. Aan de Jansstraat ligt de Janskerk, met aangrenzend een klooster dat tegenwoordig het Noord-Hollands Archief huisvest. De Groenmarktkerk is de op één na oudste katholiek gebleven kerk in Haarlem. Eveneens in het centrum van de stad bevindt zich de Bakenesserkerk, die opvalt door zijn witte toren die lijkt op die van de Sint-Bavokerk. Andere kerken in Haarlem zijn de St. Josephkerk, Waalse Kerk, Lutherse Kerk, De Grote Vermaning, Remonstrantse Kerk, Oud-Katholieke Anna en Mariakathedraal en Nieuwe Kerk.[27]
Haarlem telt 22 hofjes. In de 17e eeuw waren er meer dan 40, maar in de 18e en 19e eeuw is er veel verdwenen. Ook het oudste hofje van Nederland is in Haarlem, het Hofje van Bakenes uit 1395.
Haarlem heeft verschillende molens, waarvan de Eenhoorn (gebouwd in 1776 aan het Spaarne) de oudste is. In 1926-1927 is er een elektrische zagerij bij gebouwd. Vereniging De Hollandsche Molen heeft De Eenhoorn in 1927 opgekocht om de molen zo te bewaren. De Adriaan, een achtkantige stellingmolen, is gebouwd in 1779. De molen is in 2001 herbouwd nadat op 23 april 1932 de molen was afgebrand. Nu is het een museum en trouwgelegenheid. Ook De Hommel is een keer afgebrand, na blikseminslag. In 1972 en 1991 is de molen gerestaureerd. Molen De Veer is een grondzeiler, gebouwd in 2001. De originele Vijfhuizer Molen is afgebrand in 1859; de nu bestaande versie is gebouwd in 1875. De Stoop of Schoterveense Molen, gebouwd in de 17e eeuw, is een wipmolen.
Haarlem telt ook een aantal gebouwen die vroeger bedrijven of winkels herbergden. Een voorbeeld van zo'n gebouw is De Olyphant, waar vroeger een bierbrouwerij in gevestigd was. Aan het Spaarne ligt ook het Teylers Museum alsook de Waag die zich op de hoek bevindt van de Damstraat. In laatstgenoemde straat is ook de Haarlemse rechtbank gevestigd.
De Spaarnwouder- of Amsterdamse Poort is gebouwd in 1355 en is de enige nog overgebleven stadspoort van de twaalf die de stad in totaal gekend heeft. De Koepelgevangenis werd gebouwd tussen 1899 en 1901 en is nog altijd in gebruik. Het is een van de drie koepelgevangenissen in Nederland. Een wat kleiner pand is de drogisterij Van der Pigge, gebouwd in 1849. Deze drogisterij is het enige pand dat bewaard is gebleven nadat de Vroom & Dreesmann zich daar heeft gevestigd. De drogisterij bezit nog steeds de originele gaper.
Aan het Klokhuisplein in het centrum bevindt zich het vroegere Concertgebouw Haarlem, nu de Philharmonie met vijf concertzalen die aan het begin van de 21e eeuw is uitgebreid en gerenoveerd. In de Grote Zaal staat het beroemde Cavaillé-Coll-concertorgel dat van 1875 tot 1922 in het Amsterdamse Paleis voor Volksvlijt heeft gestaan.
Er zijn in Haarlem ook exemplaren van moderne architectuur te vinden. Een voorbeeld daarvan is de Toneelschuur, die functioneert als theater en filmhuis en in 2003 werd gebouwd naar een ontwerp van Joost Swarte. Het Gerechtsgebouw Haarlem, het Patronaat, het ING-kantoor en Stadsschouwburg zijn in moderne stijl opgetrokken.
Buiten het centrum bevinden zich onder andere de Ripperda Kazerne, Huis ter Kleef en het Paviljoen Welgelegen. In de nabije omgeving kunnen meerdere forten en kastelen worden bezichtigd. Een hiervan is de Ruïne van Brederode, liggend in Santpoort-Zuid. Vroeger stond daar Kasteel Brederode, gesticht door Willem van Brederode in de tweede helft van de 13e eeuw. Een ander voormalig kasteel is het Slot Heemstede te Heemstede, dat tegenwoordig een landgoed met de naam Het Oude Slot is. Landgoed Elswout in Overveen is een landgoed in Franse stijl dat een paar weilanden, een stuk bos en een groot landhuis omvat. Gemaal De Cruquius in Cruquius, beide vernoemd naar Nicolaus Cruquius, is gebouwd in 1849 en is een van de drie gemalen die het Haarlemmermeer hebben drooggelegd. De forten van de Stelling van Amsterdam zijn de laatste grote bezienswaardigheden in de omgeving van Haarlem.
Haarlem heeft ook een aantal oorlogsmonumenten, zie: lijst van oorlogsmonumenten in Haarlem.
Haarlem telt in totaal 22 musea en expositieruimten.[28] Teylers Museum aan het Spaarne bestaat sinds 1784 en is daarmee het oudste museum van Nederland.[29] De collectie van het museum is gericht op kunst en wetenschap en omvat onder andere schetsen van de Italiaanse kunstenaar Michelangelo.
Een ander bekend museum in de stad is het Frans Hals Museum. Dit museum werd opgericht in 1862 en was destijds gevestigd in het stadhuis; het is in 1913 verplaatst naar een hofje uit de 17de eeuw. Het beheert een grote collectie schilderkunst uit de Gouden Eeuw, waaronder veel werk van naamgever Frans Hals. Museum De Hallen is een dependance van het Frans Hals Museum in twee panden aan de Grote Markt. Hier wordt hedendaagse en moderne kunst tentoongesteld.
Er zijn nog meer musea. De geschiedenis van de stad wordt uitgebreid belicht in het Historisch Museum Haarlem. Bodemschatten uit de omgeving zijn te vinden in het Archeologisch Museum. Het Dolhuys is het nationaal museum van de psychiatrie. In de Waarderpolder bevindt zich het NZH-Vervoermuseum, dat een aantal trams en autobussen beheert. Het Corrie ten Boom Museum is gewijd aan verzetsstrijder Corrie ten Boom en haar evangelisatiewerk. In het Theo Swagemakers Museum worden portretten, stillevens en landschappen van de schilder getoond. De collectie van het Draaiorgelmuseum Haarlem omvat negen draaiorgels.
Het Spaarnestad Fotoarchief herbergt miljoenen pers- en documentairefoto's uit de twintigste eeuw en daarvoor. Een regionaal archief is het Noord-Hollands Archief, dat gegevens over de stad, de regio en de provincie in het archief heeft.
Onder andere de Vishal, het ABC Architectuurcentrum en Galerie Pietershuis doen dienst als expositieruimte.
Haarlem is al eeuwenlang een typische schildersstad geweest. De stad was op dit gebied in de Noordelijke Nederlanden zelfs toonaangevend en in de jaren 1580-1630 belangrijker dan bijvoorbeeld Amsterdam. De reputatie van schilderstad kreeg Haarlem van kunstenaars als Jacob Isaacksz. van Ruisdael en Frans Hals, Pieter Saenredam, al werden de laatste twee beide niet in de stad zelf geboren. In het Frans Hals Museum zijn veel werken van Haarlemse schilders te bezichtigen.
Ook in de openbare ruimte is er veel kunst in Haarlem te bezichtigen. Er zijn in de gemeente zes gedenktekens die herinneren aan Laurens Janszoon Coster, die wordt beschouwd als uitvinder van de boekdrukkunst in Nederland. Het oudste daarvan is een beeld uit 1722, dat gemaakt werd door Gerrit van Heerstal en is geplaatst in de hortus van het Stedelijk Gymnasium Haarlem. Het oudste beeld in de stad is het standbeeld van Justitia in het stadhuis, het werd geplaatst omstreeks 1633.[30] Verder zijn er beelden te vinden van onder andere Frans Hals, Godfried Bomans, Nicolaas Beets en Kenau Simonsdochter Hasselaer.
Van de Haarlemse beeldhouwers Mari Andriessen, Theo Mulder, Eric Claus en Kees Verkade zijn meerdere beelden in de stad te vinden.
De Haarlemmer Laurens Janszoon Coster zou begin 15e eeuw de boekdrukkunst hebben uitgevonden. De Duitser Johannes Gutenberg wordt echter algemeen als de uitvinder gezien. In Haarlem staan enkele monumenten ter nagedachtenis aan Coster, wie nog steeds, en vooral door Haarlemmers, wordt gezien als de uitvinder van de boekdrukkunst. Na de vestiging van de drukkerij van Joh. Enschedé kreeg de stad de blijvende reputatie van drukkersstad.
Ook heeft Haarlem de reputatie als schrijversstad. Veel bekende Nederlandse schrijvers zijn er geboren of werkten er, onder wie Nicolaas Beets, Lodewijk van Deyssel, Godfried Bomans, Louis Ferron, Harry Mulisch, L.H. Wiener en Lennaert Nijgh.
Het Haarlems Dagblad is de regionale krant voor Haarlem en omstreken en geldt als de oudste, nog steeds bestaande krant ter wereld (sinds 1656).[31] Het Haarlems Weekblad en Haarlem dit Weekend zijn gratis kranten die iedere week verschijnen. Een ander wekelijks verschijnend gratis nieuwsblad is de De Haarlemmer. De Stadskrant maakt deel uit van De Haarlemmer en publiceert wekelijks alle gemeentelijke mededelingen.
Haarlem 105 is actief op zowel radio als televisie: Haarlem 105 Televisie onderhoudt een kabelkrant en Haarlem 105 Radio zendt uit in de ether op 89.9 fm en via de lokale kabel op 103.3 fm.
Meerdere theaters, bioscopen en andere culturele bezienswaardigheden bevinden zich in Haarlem. De Philharmonie is in dit rijtje het oudste gebouw, welke stamt uit 1872. In 2001 is dit gebouw vernieuwd en uitgebreid. Het nieuwe gebouw is om het oude deel heen gebouwd. Tot 2002 was dit het concertgebouw Haarlem.[32] Ook de Toneelschuur/De Filmschuur is verplaatst. De huidige Toneelschuur zit in het gebouw naast de Philharmonie. Dit is gebeurd in 2003. Het gebouw valt onder bouwproject Appelaar, dat volledig afgerond werd in 2007.
Het Patronaat in Haarlem is een poppodium. Het werd opgericht in 1984 en was lange tijd gehuisvest in een oud schoolgebouw. Sinds 2005 is een nieuw, modern onderkomen in gebruik. Het Patronaat is een van de 10 belangrijkste poppodia in Nederland en beschikt over twee zalen en een muziekcafé.
Cinema Palace was een bioscoop uit 1915 en was daarmee een van de oudste bioscopen in Nederland. Het gebouw bevatte één filmzaal, maar deze kon wel 550 mensen huisvesten en was daarmee de grootste bioscoopzaal in Haarlem. In juli 2011 opende Pathé Haarlem haar deuren en Cinema Palace Haarlem werd met ingang van 8 januari 2011 gesloten. Ook de Brinkmann-bioscoop, voorheen de enige bioscoop in Haarlem met meerdere zalen werd begin 2012 gesloten.
In april trekt jaarlijks het bloemencorso van Noordwijk naar Haarlem. De dag na de corso zijn de praalwagens nog te bezichtigen in de binnenstad. Het jaarlijkse Bevrijdingspop op 5 mei is een van de grootste bevrijdingsfestivals van Nederland. In 1980 werd het voor de eerste keer georganiseerd en daarmee is het het oudste bevrijdingsfestival van Nederland. Bevrijdingspop vindt plaats in de Haarlemmerhout. Hier vinden ook het jaarlijkse Houtfestival met wereldmuziek en kleinschalige concerten plaats. Ook vindt er in april een grote kermis plaats op de Grote Markt en bij het Zaanenpark in Haarlem Noord.
Op de Grote Markt vinden jaarlijks ook verschillende publieksevenementen plaats, waaronder Haarlem Jazz & More, Haarlem Culinair en Stripdagen Haarlem.
Naast culturele evenementen vinden in Haarlem jaarlijks ook enkele sportevenementen plaats. Het bekendst op dit gebied zijn de Haarlemse Honkbalweek, de Haarlem Basketball Week (om het jaar in Haarlem en Amsterdam) en de Halve van Haarlem.
Tegenwoordig is Haarlem een stad die vooral bedrijven uit de dienstensector, zoals winkels, horeca en zakelijke dienstverleners, en publieke instellingen als scholen en overheidsinstellingen huisvest. Ook bevinden zich in de stad enkele industriële bedrijven. Ook toerisme vormt een belangrijke tak binnen de Haarlemse economie. In de periode van maart 2005 tot maart 2006 brachten ruim 700.000 buitenlandse toeristen een bezoek aan Haarlem.
Van de 13e tot en met de 17e eeuw was Haarlem een belangrijke textielstad. In de stad zijn gedurende vier eeuwen vooral laken, linnen en wol geproduceerd. Ook was gedurende de middeleeuwen het brouwen van bier een van de belangrijkste economieën in de stad. Het water uit het Spaarne werd hiervoor gebruikt. Maar nadat het water uit de rivier te vervuild werd, is er een vaart gegraven die Haarlem met de duinen moest verbinden. Deze naam kreeg toepasselijk de naam Brouwersvaart en moest de Haarlemse bierbrouwerijen zuiver duinwater leveren. Het Haarlemse biermerk Jopen herinnert aan de rijke historie van het brouwen van bier in de stad.
Na de industriële revolutie van de 19e eeuw werd Haarlem een echte industriestad. Verschillende bedrijven vestigden zich in de stad en langs het Spaarne. Deze rivier vormde samen met de in de 19e eeuw aangelegde spoorverbindingen met Amsterdam en Leiden de belangrijkste verbindingen met de rest van westelijk Nederland. De fabriek van J.J. Beijnes fabriceerde van oorsprong rijtuigen en trams en is later onder de naam Koninklijke Fabriek van Rijtuigen en Spoorwagen ook treinstellen gaan produceren. De in 1838 opgerichte fabriek verhuisde in 1950 naar Beverwijk en sloot in 1963. De aan het Spaarne gevestigde fabriek van Hendrik Figee begon als kistenfabriek en groeide uit tot een producent van hefkranen, heimachines en baggermolens. Haarlem kreeg internationale reputatie op het gebied van grafische industrie dankzij de drukkerij van Joh. Enschedé. In 1890 werd in Haarlem het chocoladebedrijf Droste opgericht. Het bedrijf vestigde zich aan het Spaarne. Het bedrijf is tegenwoordig gevestigd in Vaassen.
Tegenwoordig zijn er enkele farmaceutische bedrijven en bouwnijverheidsbedrijven in Haarlem gevestigd. Ook is de drukkerij Joh. Enschedé nog steeds in de stad gevestigd. Verder bevinden zich er nog vele andere commerciële bedrijven in de stad, vooral bedrijven uit de detail- en groothandel. Ook kent Haarlem een groot aantal bedrijven die zijn gespecialiseerd in de zakelijke dienstverlening.
De inwoners van Haarlem werken vooral in de industrie, de handel, de zakelijke dienstverlening, bij overheidsinstellingen, in het onderwijs en in de gezondheids- en welzijnszorg. De overige inwoners werken in overige sectoren zoals bouwnijverheid, horeca en transport. In 2007 bood de stad ruim 66.000 arbeidsplaatsen.[9]
Een deel van de in Haarlem werkzame mensen zijn afkomstig uit omliggende gemeenten als Heemstede, Bloemendaal en Velsen. Een groot deel van de Haarlemmers werkt niet binnen de eigen gemeente. Veel Haarlemmers reizen dagelijks voor hun werk naar Amsterdam, Schiphol, Hoofddorp, Velsen en Leiden.
Het gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden bedroeg in 2005 ongeveer € 29.000, dat is iets onder het Nederlands gemiddelde van € 30.100. Het gemiddeld besteedbaar inkomen per persoon met 52 weken inkomen bedroeg € 18.800, het Nederlands gemiddelde bedroeg hier € 18.200.[9]
Haarlem werd in 1994, 2004 en 2005 door het Centraal Bureau voor de Statistiek uitgeroepen tot beste winkelstad van Nederland. Haarlem biedt een grote hoeveelheid en variëteit aan winkels. In de binnenstad zitten exclusieve woonwinkels, kledingzaken en verschillende antiek- en curiosawinkeltjes en een groot scala speciaalzaken. Verder kent Haarlem een groot aantal horecazaken en zijn er onder andere op de Grote Markt veel terrasjes te vinden. Daarnaast maken ook de culturele voorzieningen en de historische binnenstad Haarlem tot een aantrekkelijke winkelstad, zo oordeelt het CBS. Het overdekte winkelcentrum van Schalkwijk is een van de beste winkelcentra van Nederland.[33] De winkels in de binnenstad zijn op zondag (koopzondag) en op donderdagavond (koopavond) geopend.
Behalve de vele winkels is er nagenoeg elke dag in de week wel ergens in de stad een markt. Op de Botermarkt is er verder op iedere vrijdag een biologische boerenmarkt en op woensdag een boekenmarkt. De volgende markten worden wekelijks gehouden in Haarlem:
Het toerisme wordt steeds belangrijker in Haarlem, in vergelijking met 2000 en 2001 is het aantal toeristen in enkele jaren verdrievoudigd: in de periode 2005 tot maart 2006 werd Haarlem door ruim 720.000 mensen bezocht.[34] Haarlem heeft na de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) de meeste buitenlandse toeristen per jaar. Dit grote aantal buitenlandse bezoekers kan verklaard worden door de gunstige ligging nabij Schiphol en Amsterdam én nabij de kust en het brede aanbod van cultuurhistorie, winkels en horeca.[34]
Als belangrijkste attractie geldt de historische binnenstad, die een groot aantal monumentale bouwwerken, waaronder veel kerken en hofjes, telt en de status van beschermd stadsgezicht heeft. Ook biedt de stad een aantal belangrijke musea: het Frans Hals Museum & de Hallen en het Teylers Museum hoorden in 2007 beide bij de 10 meest bezochte musea van Noord-Holland buiten Amsterdam.[35] Op evenementengebied behoren het bloemencorso tussen Noordwijk en Haarlem, Jazzstad, het Bloemenweekend en Bevrijdingspop tot de top 10 van Noord-Holland (wederom uitgezonderd Amsterdam); het bloemencorso is met ca. 1 miljoen bezoekers zelfs het grootste evenement van de provincie.[35]
In 2007 had de stad een hotelcapaciteit van 731 kamers.[36] Ongeveer 4.500 Haarlemmers zijn werkzaam in de toeristische sector.[37]
Haarlem is vanuit het noorden en oosten bereikbaar via autosnelwegen. Vanuit het zuiden en westen is de stad bereikbaar via provinciale wegen. De meeste wegen in en rond de stad hebben de functie als aan- en afvoerweg. Een aantal wegen vervullen de functie van doorvoerweg van en naar de kust. Strandgangers gebruiken de wegen om ’s zomers naar de stranden van Zandvoort en Bloemendaal aan Zee te rijden, wat vaak voor verkeersopstoppingen leidt op de wegen rond het centrum. Om deze reden zijn er plannen om een zuidelijke randweg aan te leggen vanaf de Schipholweg naar de Westelijke Randweg, die met een tunnel onder het Spaarne doorgaat. In januari 2009 heeft de gemeente 20.000 euro in een onderzoek naar de haalbaarheid van deze tunnel gestoken.[38] Ook is ter verbetering van de doorstroming tussen de Waarderpolder en Haarlem-Noord door de gemeente een plan gerealiseerd met de bouw van een brug over het Spaarne, de Schoterbrug, en de aanleg van de Oostweg, een oostelijke randweg door de Waarderpolder.
Rondom Haarlem liggen de volgende rijks- en provinciale wegen:
De gemeente Haarlem telt twee spoorwegstations. Het grootste is station Haarlem, dat ten noorden van de binnenstad ligt op 10 minuten loopafstand van de Grote Markt. Dit rijksmonument dateert uit 1906-'08 en is ontworpen door Dirk Margadant. Het is het knooppunt van de Oude lijn Amsterdam - Rotterdam en de lijnen Haarlem - Uitgeest en Haarlem - Zandvoort. Vanaf dit station rijden intercity’s en stoptreinen in de richtingen Amsterdam, Alkmaar (en verder), Leiden (en verder) en Zandvoort aan Zee.
Het tweede station, geopend in 1998, is station Haarlem Spaarnwoude. Op dit station stoppen alleen sprinters.
Station Bloemendaal ligt op de gemeentegrens tussen Haarlem en Bloemendaal. Station Overveen ligt net over de gemeentegrens met Bloemendaal. Aan beide stations stoppen alleen sprinters. Het station Heemstede-Aerdenhout, dat net over de gemeentegrens met Heemstede ligt, is een belangrijk station voor inwoners uit het zuiden van Haarlem. Hier stoppen intercity's en sprinters in de richtingen Haarlem / Amsterdam, Leiden (en verder) en Den Haag HS (en verder).
In vroegere tijden kende Haarlem meer spoorweghaltes. Onder andere aan de Haarlemmermeerspoorlijnen lagen spoorweghaltes die tegenwoordig in de stad zouden liggen zoals station Rijksstraatweg en stopplaats Nieuweweg.
Het stads- en streekvervoer in en rondom de stad wordt hoofdzakelijk verzorgd door vervoersbedrijf Connexxion en bestaat uit vervoer met stadsbussen en streekbussen. Er zijn diverse stadsbuslijnen (lijn 2, 3, 8, 14, 15 en ten zuiden van het station lijn 73) in Haarlem. Verder zijn er verbindingen met Heemstede (lijn 4, 7, 14, 50, 140, 680), Heemskerk (Lijn 74), IJmuiden (lijn 3, 75 en 277), Leiden (lijn 50) (wordt verzorgd door Arriva), Uitgeest (lijn 73), Amsterdam (lijn 80, 175, 176), Zandvoort (lijn 80, 81), Hillegom (lijn 9), Uithoorn (lijn 140), Badhoevedorp (lijn 177), Amstelveen (lijn 175), Schiphol (lijn 177, 277, R-netlijn 300), Santpoort en Bloemendaal (Buurtbus 481) en Amsterdam-Zuidoost (175, Rnet-lijn 300, Zuidtangent). Een aantal van deze lijnen wordt verzorgd door Connexxion als onderdeel van RegioNet.
De Zuidtangent (Rnet-lijn 300) is een snelle tangentiële busverbinding vanaf Station Haarlem via onder meer Hoofddorp en Schiphol naar Station Amsterdam Bijlmer ArenA. Er bestaan ideeën om een tunnel onder de Haarlemse binnenstad te bouwen om zo kruispunten en het Spaarne te ontwijken.[39]
Al sinds de middeleeuwen wordt het Spaarne gebruikt als vaarroute voor goederenschepen. Sinds de drooglegging van de Haarlemmermeer slibde de rivier steeds verder dicht. Door de komst van industriële bedrijven begin 20e eeuw, was de gemeente genoodzaakt het Spaarne uit te diepen, zodat deze geschikt werd voor vrachtvervoer over water. Het bedrijventerrein Waarderpolder dat langs de rivier ligt heeft een haven voor vrachtschepen, de Industriehaven. Vrachtvervoer van en naar het Spaarne vindt vooral plaats in noordelijke richting. Het Noordzeekanaal is bereikbaar via het IJ bij Spaarndam en Zijkanaal C.
In 1795 werd in Haarlem de eerste Kweekschool voor onderwijzers in Nederland opgericht door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen.
Hieronder staat per soort onderwijs welke scholen zich momenteel in Haarlem bevinden.[40]
Van het voortgezet onderwijs het Coornhert Lyceum, Eerste Christelijk Lyceum, Lyceum Sancta Maria, Mendelcollege, Het Schoter, Haarlem College (Voorheen: Laurens Janszoon Coster College (LJC2)), Kennemer Lyceum, Stedelijk Gymnasium, Sterren College, Rudolf Steinerschool, Daaf Gelukschool, Teyler College en Paulus Mavo.
De enige school voor middelbaar beroepsonderwijs is het Nova College, dat zich in acht verschillende gebouwen verspreid over de stad bevindt. Elk pand huisvest een aantal verschillende opleidingen.[41]
Er zijn twee scholen voor hoger onderwijs in Haarlem. De eerste is Hogeschool Inholland (ruim 7.300 studenten [42]) en de tweede is de Kunstacademie Haarlem.
Het Spaarne Gasthuis is een belangrijk ziekenhuis en grote werkgever binnen de regio. Het ziekenhuis is op twee plaatsen in Haarlem gevestigd, met een locatie zuid en een locatie noord. En kent verder nog locaties in Hoofddorp en Heemstede.
De GGD in Haarlem valt net als de Brandweer Kennemerland onder Veiligheidsregio Kennemerland. Het verzorgingsgebied telt ruim 500.000 inwoners en is een van de meest risicovolle veiligheidsregio's in Nederland, vanwege het risico op natuurbranden, de aanwezigheid van luchthaven Schiphol, de ligging onder zeeniveau en het daarmee gepaard gaande overstromingsgevaar en nog enkele andere risico's.[43]
Regio Kennemerland heeft drie ambulancediensten. Ambulancedienst Kennemerland is een particulier bedrijf en onderdeel van Connexxion Ambulancezorg. Bij Ambulancedienst Kennemerland wordt gewerkt vanuit Velsen en Heemskerk. Ook de GGD Kennemerland heeft een ambulancedienst en verzorgt de dienst vanaf de post in Haarlem. De derde, namelijk VZA Hoofddorp, is actief in de gemeente Haarlemmermeer. De drie werken samen om in het gehele gebied mensen op tijd te kunnen helpen. Ook hoeft geen van de bedrijven zijn ambulances heel ver te laten rijden, omdat het gebied in drie verzorgingsgebieden verdeeld is.[44]
Veel verschillende sporten zijn in Haarlem vertegenwoordigd. De stad heeft van een paar sporten zelfs de oudste nog bestaande vereniging in Nederland. De Koninklijke HFC bestaat sinds 1879.[45] Tennisclub HLTC Haarlem, in bedrijf sinds 1884,[46] is eveneens de oudste Nederlandse vereniging in zijn sporttak. De lange sportgeschiedenis van Haarlem is mede te danken aan Pim Mulier, die aan het eind van de 19e eeuw vanuit Haarlem veel tot dan toe onbekende sporten in Nederland introduceerde. Hij was betrokken bij de oprichting van de Koninklijke HFC en HLTC en de sportorganisaties NAVB en het NOC*NSF.
De Koninlijke HFC, begonnen als rugbyclub, werd in de voetbalseizoenen 1889/90, 1892/93 en 1894/95 officieus landskampioen en won drie keer de Holdertbeker, de voorloper van de KNVB beker. Later werd stadsgenoot HFC Haarlem succesvoller: deze club won twee maal de beker en in 1945/46 de kampioenscompetitie. HFC Haarlem speelde vanaf de invoering van het betaald voetbal jarenlang in de Eredivisie en kwam in 1982/83 uit in de UEFA Cup. Vanaf 1990 speelde de club in de Eerste divisie, tot het faillissement op 25 januari 2010.
Judovereniging Kenamju werd opgericht in 1948. Deze club leverde veel toppers af voor de Olympische spelen en de verscheidene kampioenschapppen. Bekende Haarlemse judoka's zijn Henk Grol, Claudia Zwiers, Dennis van der Geest, Elco van der Geest. Haarlem heeft veel meer sportclubs, zoals badmintonvereniging en meervoudig landskampioen BC Duinwijck.[47] Honk- en softbalclub Kinheim bestaat sinds 1935 en speelt in de Nederlandse hoofdklasse. Vanaf 2014 speelt de familieclub DSS in het Kinheimpark eveneens honkbal op het niveau van de Nederlandse hoofdklasse. Sparks Haarlem honk en softbal werd achtmaal landskampioen softbal, won driemaal de Europa Cup 2 en driemaal de Europa Cup 1. Ook IJsclub Haarlem, anno 1869, en Hockeyclub Haarlem zijn te vinden in Haarlem.
De Kunstijsbaan Kennemerland is in 1977 geopend en sinds 2006 overkapt. Er zijn zes zwembaden in de stad te vinden, waarvan er drie door de gemeente worden beheerd. Onder de gemeentelijke zwembaden is ook een openluchtzwembad, "De Houtvaart" genaamd.[48]
De eerste internationale bandywedstrijd ter wereld werd gespeeld tussen een team uit Haarlem en een Britse club.
Haarlem heeft meerdere nationale of soms zelfs internationale beroemdheden voortgebracht, vooral op het gebied van de kunsten. Schilders als Cornelis Corneliszoon, Jacob Isaacksz. van Ruisdael en Jan de Bray gaven Haarlem in de 16e en 17e eeuw de reputatie van schilderstad; andere schilders, zoals Frans Hals, Pieter Claesz. en Pieter Jansz. Saenredam werden weliswaar niet geboren in Haarlem, maar brachten er wel een deel van hun leven door. Jacob van Campen, de ontwerper van het Paleis op de Dam en het Mauritshuis, is geboren in de stad, evenals architect Pieter Post en boekdrukker Laurens Janszoon Coster. De schrijvers Nicolaas Beets, Arthur Japin, Harry Mulisch en Lennaert Nijgh komen eveneens uit Haarlem. Verder noemenswaardig zijn de verzetsstrijders Kenau Simonsdochter Hasselaer, bij de verdediging van Haarlem tijdens de Tachtigjarige Oorlog, en Corrie ten Boom en Hannie Schaft tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Uit Haarlem afkomstige politici als Job Cohen, Femke Halsema, Fred Teeven en Joop Wijn genieten een meer dan plaatselijke bekendheid. Op radio- en televisiegebied zijn de Haarlemmers Giel Beelen, Beau van Erven Dorens, Caroline Tensen, Rob Trip, Jon van Eerd, Annette van Trigt, Irene Moors en Paul Witteman bekende personen. Een bekende cabaretière is Brigitte Kaandorp. Ook zijn er bekende sporters, waaronder Olympisch schaatskampioene Yvonne van Gennip, judoka Claudia Zwiers en voetballers Jordy Clasie en Maarten Stekelenburg. De zanger Alain Clark is in Haarlem geboren. Ook het animatiefilm-echtpaar Gerrit van Dijk en Cilia van Lieshout woonde en woont in Haarlem.
Stad: Haarlem Dorpen: Spaarndam-West · Schalkwijk Buurtschap: Zuid-Schalkwijk
Noord-Holland: Steden en dorpen Nederland: Provincies · Gemeenten